Van oudsher vindt de presentatie van het regeringsbeleid op de derde dinsdag van september, op Prinsjesdag, plaats. Voorafgaand hieraan wordt er sinds de jaren ’60 de Prinsjesdagviering georganiseerd. Wat aanvankelijk door de Nederlandse Hervormde Kerk georganiseerd werd, ten overstaan van de leden van regering en parlement, als een gebedssamenkomst voor het werk van regering en parlement in het nieuwe parlementaire jaar, kreeg dit snel een oecumenisch en vervolgens interreligieus karakter.
Interreligieuze en interlevensbeschouwelijke Prinsjesdagviering
Na aanleiding van het toenemende aantal mensen in Nederland die een andere religie aanhangen dan het christendom of die leven vanuit niet-religieuze levensbeschouwingen, heeft de Prinsjesdagviering sinds 2000 de bijeenkomst een breder draagvlak gegeven. De eerste interreligieuze en interlevensbeschouwelijke Prinsjesdagviering vond in het jaar 2000 plaats, waarna vanaf 2004 ook landelijke religieuze en humanistische organisaties actief betrokken werd.
Genodigden
De bijeenkomst dient als een moment van bezinning bij de opening van het parlementaire jaar. De genodigden zijn onder andere de leden van de Nederlandse regering en de gevolmachtigde ministers van Aruba, Curaçao en Sint Maarten, leden van de Eerste en Tweede Kamer en Hoge Colleges van Staat, vertegenwoordigers van religieuze en levensbeschouwelijke organisaties, maatschappelijke organisaties, kinderen en jongeren van de participerende scholen en het algemeen publiek.
Een tiental landelijke en Haagse religieuze- en levensbeschouwelijke organisaties nemen de organisatie van de viering op zich. Naast christenen, moslims en joden zijn ook hindoes, boeddhisten, baháí en humanisten hierbij betrokken.